zondag 21 januari 2018

Herfst in de Oisterwijkse Vennen, verval en vergankelijkheid


Een stapje terug in de tijd: eind oktober vorig jaar. Onderweg naar familie in Maastricht hebben we twee nachtjes in Boschoord, middenin de Oisterwijkse bossen, ingeroosterd. In februari 2015 zijn we hier al eens geweest. Toen kleurden de bossen en vennen wit van sneeuw, nu overheersten nog het groen, goud en rood van de herfst. Bomen weerspiegelden zich in stille wateren.


De eerste dag kwam de zon er niet aan te pas, het was kleurloos herfstweer, een lichte mist ging tenslotte zelfs over in regen. De tweede dag werden de natuur en ons gemoed verlicht door de zon, die regelmatig de wolken verdreef. De bossen bereidden zich voor op de winter en verrasten ons met vele prachtige tinten en een geweldige hoeveelheid en vele soorten aan paddenstoelen.




Paddenstoelen: op bodem of op bomen, in alle vormen, maten en kleuren, maar ook in zoveel soorten dat ik het vaak lastig vind te bepalen met welke soort ik te maken heb. Wat mij betreft zijn paddenstoelen ook altijd fotogeniek en niet alleen wanneer ze op hun mooist zijn, wanneer ze zich vers door de aarde en een bladerdek hebben geperst of zich sierlijk en fragiel in al hun kleurpracht presenteren.






















Graskleefsteelmycena ?



Nee, paddenstoelen - hoewel er ook veel soorten buiten de herfst gedijen - associeer ik nog altijd sterk met het najaar en de naderende winter, daardoor onvermijdelijk ook met verval en vergankelijkheid. Schimmels breken af, nuttig en onmisbaar, en worden zelf ook weer geconsumeerd en afgebroken, zoals de vele witte vlokken op de bosbodem duidelijk maakten. Dat er ondertussen van alles gebeurt waardoor flora en fauna in het voorjaar weer ten volle aan een nieuw leven kunnen beginnen, onttrekt zich op dit moment nog aan mijn waarneming en is naar de achtergrond verdwenen. Maar het is deze cyclus die intrigeert.


Stinkzwammen in verschillende stadia van aantasting en verval. De slijmerige hoed oogt hoogst onappetijtelijk, maar vliegen lusten er wel pap van.



Pfff. Doen deze gele aardappelbovisten me niet denken aan het uitblazen van de laatste adem? Daarmee zorgen ze wel voor hun nageslacht!




Twee danseresjes op oud hout. Deze bomen zijn allang geveld en rijp voor de langzame genadeslag van de natuur, voedsel voor andere organismen.



Geel hoorntje staat als haartjes bij kippenvel rechtovereind op vermolmd loofhout en floreert het mooist onder vochtige omstandigheden.



Als kind noemden we alle paddenstoelen, die zoals hier op bomen groeiden, elfenbankjes. Maar er zijn zoveel verschillende soorten, dat ik me daar nu niet aan waag. We genieten er maar gewoon van.



Als kleine hersentjes in rodekoolkleur krulden deze trilzwammen zich langs de rand van een boomstronk, in verregaande staat van verval.




Zo klein en fijn dat je er bijna overheen zou kijken: een takje met Oorzwammetjes (?) op de bosbodem.










Een open plek in het bos, bemoste boomstronken en Koraalzwammetjes.



Bloedrood en bloedmooi.







Boomklever







Russula's vallen snel op dankzij hun fraaie kleuren. Mooie paddenstoelen, maar ook hier is aantasting op enigerlei wijze slechts een kwestie van tijd.




Een ander paddenstoel waar ik alleen al vanwege de kleur een zwak voor heb, is het rodekoolzwammetje. Hoe mooi wil je het hebben?

Maar het is ook een bescheiden soort, qua formaat in ieder geval en qua kleur en vorm lijken ze zich soms te plooien naar hun omgeving. De lichtval speelt daarbij ook een rol. Onder de grote beuken moesten we in ieder geval goed door de knieƫn om de kleintjes te vinden tussen het dikke tapijt van beukenblad.









Herfst en winter zijn toptijden voor mossen. Er komt een keer dat ik daar de tijd voor neem met een macrolens. 





Schoonheid ten prooi gevallen.... aan wat eigenlijk?






Frisse jeugd en vergane glorie.





In een bepaald deel van het bos staan tamme kastanjes. We konden later thuis een mooie herfstschaal maken.





Eiken, berken, beuken, dennen, larix en de zon die daartussen door speelt.



Bij het ven ontdekten we een late sprinkhaan in het zand, zich warmend in de herfstzon.




Boleten, witte bollen en heksenkringen.




Dauwdruppels gevangen in een laag bijdegronds spinnenweb



Krak..... zei de paddenstoel.....




Varens op hun retour, een sierlijk contrast met stoere stammen en fraaie basten.







Deze berkenzwam is goed in het zadel geholpen, een veeg teken voor deze boom.
Maar hieronder druipt het verval als het ware van de stam. Zwartgallig en intrigerend: wat zullen de volgende seizoenen ons brengen? Met de stille, nog onzichtbare belofte van een nieuwe lente, konden we deze dagen in ieder geval weer genieten.