maandag 30 januari 2017

Watervogels en blauwe flitsen

Vanaf het Eiland van Rolvers zette ik mijn wandeling voort. Op de kop van het Van Lennepkanaal werd ik verrast door een blauwe flits. IJsvogels mogen dan een spectaculair uiterlijk hebben, maar wanneer een ijsvogel stilletjes op een tak in een boom zit met de bruine borst vooruit, moet je over een scherp opmerkingsvermogen beschikken om deze te ontdekken.  Ze hebben ons zoveel eerder in het vizier dan wij hen! Flits, weg!


Geen origineel gezichtspunt, maar hoe dikwijls geniet ik niet van het uitzicht over het Zwarte Veldkanaal? De weerspiegeling van de lucht in het water, de verschillende tinten van de bomen in de lage zon, goudgeel riet en wit berijpt gras in de schaduw van de hoge wal en bossages. Damherten graasden langs de bosrand en de waterkant. Een wintertaling voerde een fraaie landing uit en zocht een beschut plekje om zichzelf een wasbeurt te geven. Hier en daar zag ik nog enkele wintertalingen, geen grote groepen.



Ploep, plons, als dat geen dodaars was die wegdook. Maar het is altijd de vraag waar die weer bovenkomt en een aantal keren was hij weer zo snel ondergedoken dat ik te laat was met de camera. Meelopen in de zwemrichting, steeds een open plek tussen het riet zoeken om zonder beeldvervuiling te kunnen fotograferen, totdat het eindelijk raak was. Wel aan de overkant van het water dus niet echt dichtbij.


 Even verderop ontdekte ik er nog twee tussen de meerkoeten en eenden. Mooie watervogels, zulke soepele duikertjes!


Kuifeenden kunnen er ook wel wat van, maar die komen nooit ver van de plaats waar ze ondergedoken zijn weer naar boven. Kuifeenden kom je vrijwel overal tegen, maar deze ochtend vond ik vooral de mannetjes extra mooi, omdat de snavels bijna blauw oplichtten als ze boven water kwamen en het zonlicht opvingen.



Een blauwe flits en hoog boven het water aan de overzijde landde de ijsvogel. Ik neem aan dezelfde van daarstraks. Op veilige afstand evenwel en ik voel me altijd een beetje in de maling genomen door vogels die dit soort trucjes uithalen. Zo van "ha ha hier ben ik, pak me dan als je kan......!". Niet voor aan de muur in de woonkamer dus:


Op het kruispunt staan werkketen. Er zijn hier op verschillende locaties werkzaamheden en de weg naar het strand is tijdelijk afgesloten. Weinig andere mensen, geen vossen, geen gevaar: een praatje met twee vogelaars leverde een waterral in beeld op.
Hij was juist het water overgezwommen en rende aan de overkant met een drafje over de heuvel om een fotograaf aldaar te vermijden. Ik had nooit eerder een waterral gezien en met de manier van bewegen en het opgewipte staartje had ik hem op die afstand gemakkelijk voor een waterhoen kunnen aanzien. Maar onder het kijkscherm bereikte hij weer de waterkant en in het zonlicht werd het verschil wel duidelijk. In de schaduw leek de vogel donkergrijs, bijna zwart, maar in het licht bleek het bovenste verenkleed bruin, zwartgevlekt, de flanken wit gevlekt. Tot slot sluit de lange, ietwat gebogen snavel, iedere vergissing met een waterhoen zeker uit.



Vanaf mijn eigen oever heb ik een poosje staan kijken hoe hij bezig was om zijn kostje bij elkaar te scharrelen. Is de snavel niet lang genoeg, dan maar helemaal koppie onder. De lange tenen waren even goed zichtbaar.




Het zijn schuwe vogels. Toen de fotograaf aan de overkant probeerde weer wat dichterbij te komen, rende de waterral opnieuw op hoge poten de steile oever op om een stuk verderop behendig naar beneden te draven, het wipstaartje met de witte onderzijde parmantig omhoog. De afstand en de schaduw maakten verder fotograferen overbodig. Ook dit zijn geen voorbeeldige foto's, maar gezien de omstandigheden van koude, een zware 300 mm lens zonder enige steun en een lastig standpunt op mijn helling, ben ik er blij mee. En hoe dan ook met de kennismaking met de waterral!


Een specht landde net lang genoeg op een boomtak voor een snelle shot.


Van anderen had ik gehoord dat in het Schusterkanaal een troep van 21 wilde zwanen te vinden was.


Ik vond het eerste deel van de groep druk foeragerend op een plaats waar het lastig fotograferen was tussen de rietkragen en doornbosjes door. Een stukje verderop bevond zich de rest van de groep bij een redelijk open plek, waar ik me een tijdje niet ver van het water heel stil heb gehouden. Het was wel heel koud, want de zon verdween af en toe achter de toenemende bewolking en er was geen beschutting tegen de koude wind.
Een van de zwanen had me meteen in de gaten, maar durfde behoedzaam verder te zwemmen. Een groepje van vier maakte zich los uit het riet aan mijn kant en koos voor de veiligheid linksom.



De zwanen hadden gezelschap van wat tafeleenden en een aardig groepje krooneenden. Er zwom ook een paartje brilduikers tussen. Vooral de mannelijke krooneenden stelen de show met een prachtige koperbruine bollen en helderrode snavels. De vrouwtjes vind ik ook mooi met hun fijne snavels en tweekleurige kopjes, maar ze zijn veel bescheidener met hun vooral bruine verenkleed.




Een viertal tafeleenden zwom in formatie voorbij.
Nog vier wilde zwanen kozen vanuit het riet niet ver van mij het open water, maar aarzelden toen ze mij ontwaarden.



Ze kozen voor de overkant en ik deed de vlootschouw met de kliks van mijn camera. Een sierlijk saluut!




 De zon kwam weer door de wolken. Prachtig toch?!


Linksaf naar de Waterdellen was een groot wak in het ijs, waar twee knobbelzwanen, heel veel meerkoeten, een groepje kuifeenden en eveneens krooneenden hun heil gezocht hadden. Twee paartjes brilduikers hadden zich ook bij dit gezelschap gevoegd en even later dook ook hier een paartje dodaars op.







Twee brilduiker mannen bakkeleien over het hoofd van hun vrouwelijke soortgenoot heen.
Langs het kanaaltje van de Waterdellen liep ik, toen voor me een blauwe schicht vanuit de bosjes naar de overkant vloog. Als een speer! Ik had het hier helemaal niet meer verwacht. Ik stond stokstijf. De vogel had de moed om aan mijn kant van het water nog naar voedsel te duiken. Ik zie geen enkel teken van leven in dit heldere en schone kanaaltje.


De ijsvogel vloog steeds een stukje vooruit om weer een nieuw uitkijkpunt in te nemen, meestal op een lage tak, maar soms ook hoger in de bomen. Ik volgde heel langzaam en voorzichtig op het open pad aan mijn kant van het water. De zon was weg, de schouders waren moe, de handen koud; geen steun, hoge iso. Dan kan ik toch heel blij zijn met deze foto. En het is toch een geweldige belevenis om zo een stuk met een ijsvogel op te lopen.


 Dat ik na de kennismaking van daarstraks gemakkelijker een waterral kan vinden en herkennen, bleek even later. In de rietkragen richting Panneland zag ik iets bewegen. Hij zag mij ook!



Ook dit zijn geen superfoto's natuurlijk, maar ik kan terugkijken op een superdag in de winterse waterleidingduinen.

vrijdag 27 januari 2017

Een berijpte ochtend in de Waterleidingduinen

Donderdag 26 januari. De ruige rijp van vorige week was het begin van een aantal vorstdagen, waardoor veel binnenwateren van een aardig ijslaagje voorzien werden. Zaterdag en zondag werd op veel sloten en kleinere plassen geschaatst door de liefhebbers zonder vrees. Sloten in de polders die bemalen worden, waren echter nog open en ook de grote wateren zoals bij Botshol moesten het doen met een dunne rand ijs langs de oevers. Maar de ondiepe waterplassen bij Waverveen waren helemaal dichtgevroren en schaatsers hadden de plaats van de vogels ingenomen.
De lichte dooi na het weekend heeft alle ijs echter nog niet doen smelten en ik was benieuwd welke watervogels de open wateren van de AWD opgezocht hadden. Deze donderdag hebben voldoende vocht en vorst weer voor een dun laagje rijp gezorgd en het beloofde een mooie dag te worden.
Om 10 uur was ik bij Panneland. De bruine wintervegetatie had een fris en knisperend aanzien gekregen. Het was best koud, maar de lucht was bijna blauw en de zon streelde de duinen waar ze de vrije hand had. Ik liep in een beetje wazig landschap. Mooi.


Het Eiland van Rolvers heeft op mij altijd een magische aantrekkingskracht. Ik kom er zelden iemand tegen en deze ochtend al helemaal niet. Doodstil? Op sommige plekken wel, maar elders werd mijn aandacht al snel getrokken door kleine en fijne piepjes tussen de hogere takken, knisperende blaadjes op de grond, de alarmroep van een merel, de roffel van verschillende spechten en meer tekenen van leven in de brouwerij.



Een winterkoninkje verruilde de bosgrond voor een zonnemomentje en kwam daardoor heel plezierig even op ooghoogte. Een groep pimpelmezen peuterde onder moslaagjes op de bomen naar voedsel. Ze hadden me allemaal allang in de gaten en een koolmees keek eens op me neer en constateerde blijkbaar dat er niets te vrezen was, want zijn blik ging al snel weer een andere kant op. Stoere man met zijn zwarte stropdas.

 




Ik heb nog nooit zoveel goudhaantjes gezien als dit jaar en ook op plaatsen waar ik ze niet direct verwacht. Begin januari heb ik met een vriendin in de duinen gewandeld en niet veel gefotografeerd, maar ook toen stuitten we meermalen op troepjes goudhaantjes en niet alleen bij de dennenbomen. Nog twee foto's van die keer, omdat het zulke leuke vogeltjes zijn en door al hun beweeglijkheid lastig te fotograferen tussen de takken.



Terug naar donderdag. Een boomkruiper schuifelde omhoog en kwam even aan mijn kant in het zonnetje. Yes!




Even bij het water kijken of daar iets te beleven valt. Aan de overkant scharrelde een gele kwikstaart langs de hoge oever. Die heb ik hier ook eerder al eens gezien.


Ineens een "tjektjek" en beweging in een holletje bij het water. Ook in het Jac. Thijssepark heb ik al eens gezien dat winterkoninkjes zich graag ophouden of een huis hebben in holletjes van een hoge oever, beschermd door overhangende planten. De gele kwikstaart betekende blijkbaar geen gevaar, want even later trok de koning zich weer in zijn paleis terug.


De kwikstaart toonde respect door bovenover te gaan en een stukje verderop weer de waterkant te kiezen.




Overhangend ijs langs de oever vormde grillige patronen.



Nou, eentje dan....



Watervogels had ik nog steeds niet gezien. Maar die bewaar ik voor het volgende blog.