dinsdag 24 februari 2015

Ursulineninstituut met Wintertuin nabij Mechelen


In het verlengde van ons verblijf in Mechelen hebben we zondagmiddag het Ursulineninstituut in Onze-Lieve-Vrouw-Waver bezocht voor een uitgebreide rondleiding door de wintertuin en overige gebouwen. Wij hadden vooral ja gezegd op deze excursie vanwege de wintertuin in art nouveau-stijl, maar de architectuur en aankleding van het complete school- en kloostercomplex bleek bijzonder boeiend en werkelijk prachtig. Verschillende bouwstijlen en toch een rustig en samenhangend geheel. Het interieur verrast door de lichtheid, mooie materialen zoals het marmer van de trappenhuizen, prachtige tegelvloeren, sierlijk geëtste glazen vensters en deurpanelen, fraaie decoraties en meubels - niets valt uit de toon, overal is over nagedacht, alles was functioneel. Het is het onderwijs dat centraal staat en ten grondslag ligt aan dit alles. Een religieuze opvoeding, dat is duidelijk. Evenwel door de tijd heen niet bekrompen en naar binnen gericht, maar open, internationaal en vooruitstrevend. 


Voorafgaand aan de rondleiding vertelde onze gids eerst iets over de geschiedenis van het Ursulineninstituut. Hij ontving ons daarvoor in de Ursulazaal naast de ingang.



In 1841 kwamen in dit kleine plaatsje in het buitengebied van Mechelen de eerste acht zusters Ursulinen op verzoek van de plaatselijke pastoor; om de nood aan degelijk meisjesonderwijs in zijn parochie te verhelpen. Om beter in het eigen onderhoud te kunnen voorzien begon men ook een kostschool. De goede opleiding en de gezonde landelijke omgeving maakten dat de kostschool langzaam maar gestaag zou groeien.
Armenzorg en volksonderwijs behoorden tot de geest der Ursulinen zusters. Daarmee waren zij sterk progressief. Door zich ook op onderwijs aan de hogere klassen te richten, kreeg dit onderwijs een meer elitair karakter. De zusters van Waver waren zelf hoogopgeleid, soms in het buitenland. Dit alles leidde tot een internationale leerlingenpopulatie en heel wat onderwijskundige vernieuwingen in Onze-Lieve-Vrouw-Waver, ook als deze niet geheel pasten in de geldende katholieke opvattingen.

Zo beschikte het instituut aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog over een zeer uitgebreid en modern onderwijsaanbod.
De Groote Oorlog.
Ongelukkigerwijs lag het dorp ongeveer in de verdedigingslinie rondom Antwerpen. Beschietingen en branden in september 1914 hadden verwoestende gevolgen voor grote delen van het klooster- en schoolcomplex.
Deze hele geschiedenis en hoe alles reeds vanaf november 1914 en in de naoorlogse jaren opnieuw opgebouwd en weer in gebruik genomen is en hoe het de Ursulinen zusters en het instituut in de volgende oorlog en alle jaren daarna is gegaan, is door Mario Baeck beschreven in het boekje Een kostschool met klasse; geïllustreerd met vele archieffoto's en foto's van Oswald Pauwels. Niet alleen de historie van het onderwijs, maar ook die van de gebouwen en interieurs en alle toebehoren, wordt hierin overzichtelijk en helder verteld, waardoor je ook de verbanden tussen het hoe en waarom gaat zien: geloofsbeleving, onderwijs, gebouwen, stijlen, decoraties......
Het boekje is verkrijgbaar in het Ursulineninstituut na een rondleiding.
Met deze korte introductie en een selectie uit mijn foto's zou ik iedereen, die daarvoor enige belangstelling heeft, willen inspireren om zelf aan een rondleiding deel te nemen. Laat uw gids het verhaal erbij vertellen, in zangerig Vlaams en met een flinke dosis humor.


Onmiddellijk bij binnenkomst lonkt het prachtige licht van de wintertuin aan het eind van de gang.


De fantastische glazen koepel en halfroosvensters: Morgen, Dag en Avond.



 
Houten tafels en stoelen met glazen bladen waarin de koepel weerspiegeld wordt. 12 bloemenstaanders met groenkleurige tegelversieringen van Villeroy & Boch.



Na WOI is de wintertuin verplaatst tussen twee gebouwenvleugels in en is aan weerszijden een gaanderij toegevoegd. Op de muren wandschilderingen in frescotechniek.



Een van de muurschilderingen: Malines/Mechelen.


In het scholencomplex liepen we door de Congozaal naar de muziekafdeling: de pianogalerij met op het eind omlijst door het licht van het glas-in-lood-raam, de H. Cecilia, patrones van de muziek. 35 pianokamertjes.




Alpenzaal


Alles is licht in de Empiregang. De lichtinval door de glas-in-lood-ramen over de gehele lengte van de gang, maar ook door de toegangsdeuren en het licht vanuit het trappenhuis. Zelfs de engeltjes op de vazen zijn lichtvoetig. Hier vertelde onze gids ons over de binnen het katholiek onderwijs niet-onomstreden gymnastieklessen door de Ursulinen, die begrepen hoe belangrijk lichaamsbeweging voor jongedames was.





Uitzicht op de gang die naar de kerk leidde. Een mooie lichte gang die uitzicht bood op een binnenplaats enerzijds en de tuin anderzijds. We vergaapten ons ook aan de prachtige trappenhuizen.



Feestrefter en een van de vele opwekkende taferelen in frisse heldere kleuren, die voedsel en fruit uit diverse streken voorstellen.


 
De La Fontainerefter, versierd met 19 taferelen in fraaie pasteltinten naar tekeningen van Henri Morin.


Een spiltrap bij de entree tot de kerk.


Langs de trap, bijna hoog verheven lijkt het, een Ursuline in marmer. Meer aards en praktisch dan hemels en verheven kwam zij naar voren in de verhalen over voedselsmokkeltochten van over de Nederlandse grens in oorlogstijd. Onze gids kon dat ook mooi vertellen!



Neogotische kloosterkerk

We zijn niet in de bibliotheek geweest, maar even een foto door het glas van de deur om de sfeer op te snuiven. Omfloerst licht, houten vloer en meubels, alles voelt warm en gedempt, zoals het een goede bieb en studiezaal betaamt. Even weg uit het computertijdperk........


Oratorium en bidkapel. Neoclassicisme met neogotische koorbanken. Prachtige wandschilderingen (op doek) in tere pasteltinten.




En tot slot in de voormalige achterkapel het "museum" met oude schoolbanken en statige eikenhouten vitrinekasten vol opgezette vogels en enkele andere dieren. Hier kwam een eind aan onze rondleiding en hebben we onze gids vaarwel en dank gezegd.



Niet alleen de geest dient gevoed te worden: aan de overkant is een ijssalon waar ze koffie en erg lekkere warme appeltaart serveren en een goede lunch. Of als je even wilt afkoelen:een forse ijscoupe!

Voor meer achtergrond- en praktische informatie over rondleidingen etc.:

http://www.toerismeskw.be/nl/bezienswaardigheden/ursulinenklooster_en_wintertui/

http://www.olvwaver.be/artnouveau

zondag 22 februari 2015

Sint Romboutstoren in Mechelen, 538 treden klimmen voor een skywalk!




De Sint-Romboutstoren mist een spits, omdat hij nooit is afgebouwd. Rond 1520 stopten de werkzaamheden, waarschijnlijk om financiële of technische redenen, maar dat is niet precies bekend.
Dat neemt niet weg dat hij evengoed indrukwekkend hoog is, vooral als je 538 treden naar boven moet klimmen, als je van het uitzicht wilt genieten. We hebben ons er niet door laten weerhouden en het viel eigenlijk best mee, omdat er verschillende tussenvloeren zijn. Na 160 treden bereikten we de Kraankamer. De ruimte ziet er nog uit zoals 500 jaar geleden. Het grote houten wiel werd tot in de 20e eeuw gebruikt om bouwmaterialen en klokken door het ronde gat in het midden te hijsen. Er konden gemakkelijk 3 mannen naast elkaar lopen.



Nu is het gat gedicht met een glazen plaat, waardoor we in het schip, 30 meter onder ons, konden kijken - bijna recht boven de orgelpijpen.


Prachtig die oude gebinten. Wij vonden de beklimming nu al de moeite waard! Op naar de volgende etage.....



De Smidse diende vroeger voor herstelwerkzaamheden aan het uurwerk en de beiaard. In deze kamer was  meer licht dan op de lagere etage omdat de vensters naar boven toe steeds groter worden.


De klokkenkamer met de oude en de nieuwe beiaard vonden we echter het meest indrukwekkend. Iedere beiaard bestaat uit 49 klokken en er hangen hier dus 98 klokken! De grootste klok is de Salvator, meer dan 8 ton zwaar! Op deze eerste vloer zou de oude beiaard zijn en hier bevindt zich ook de beiaardkamer. Ergens heb ik gelezen dat die kamer nog vrij onlangs helemaal vernieuwd is.



 

De vierkante ruimte van de toren werkt als een enorme klankkast en langs de "galmgaten" verspreidt de muziek zich over de stad. De koude wind gierde er deze middag doorheen en wij waren blij dat we mutsen en handschoenen bij ons hadden! Dat kacheltje in de speelkamer is dus beslist geen overbodige luxe voor de beiaardier. In de klokkenkamer worden de verschillende vloeren door houten trappen met elkaar verbonden. Zo kwamen we iets hoger in de uurwerkkamer. Prachtig!


De 200 jaar oude koperen speeltrommel en het uurwerk zijn volledig gerestaureerd.



Nog een houten trap omhoog bracht ons bij de andere beiaard. Volgens de torentekening zou dit dus de nieuwe beiaard moeten zijn. Wij zijn erg onder de indruk.






















We volgen weer het stenen trappenhuis naar de hoogste kamer, die wonderlijk genoeg de Askelder heet en tenslotte bereiken we de skywalk om van het weidse uitzicht te genieten.




Beneden ons zien we de Grote Markt. En aan een andere kant de Veemarkt en de Sint-Pieter-en-Paulkerk, fijn herkenbaar.

 

Informatie: bij het ticket krijg je een bezoekersgidsje, maar op de website van de Sint-Romboutstoren zelf staan heel veel wetenswaardigheden over de geschiedenis van de toren, de klokken etc. O.a. een link naar een verslag over de geschiedenis van de luidklokken door torenwachter Nick Vanhaute.